Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Klasse(n)kracht: met RESPECT voor de klas

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2015) Klasse(n)kracht: met RESPECT voor de klas.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/klassenkracht-met-respect-voor-de-klas.php
Geplaatst op 1 juni 2015
Klassenkracht

In zeven stappen naar een veilig en sociaal groepsklimaat

Hoe kan het dat een ervaren leerkracht soms een groep heeft waar ze niets mee kan beginnen? Hoe kan het dat er met een groep het ene jaar niets aan de hand lijkt, terwijl er het andere jaar geen land mee te bezeilen is? Groepsdynamica! Daarover gaat het boek Klasse(n)kracht: met RESPECT voor de klas van Jelly Bijlsma.

Het boek bestaat uit drie delen:

Deel 1: De theorie van groepsvorming.

Deel 2: De RESPECT-aanpak.

Deel 3: De RESPECT-aanpak in de praktijk. Dit deel bestaat onder andere uit drie cases. Dat komt niet aan bod in dit artikel.

Deel 1. De theorie van groepsvorming

Groepen ontwikkelen zich volgens een vast patroon. Na elke zomervakantie, maar ook na de komst of het vertrek van een leerling doorloopt een groep de volgende fasen (Tuckman):

  • Forming.
  • Storming.
  • Norming.
  • Performing.
  • Adjourning.

Forming

Dit is de kennismakingsfase. Kinderen oriënteren zich op elkaar. Leerkrachten denken meestal dat kinderen elkaar goed kennen, maar dat valt vaak nog best tegen. In deze fase is het belangrijk om veel kennismakingsoefeningen te doen met elkaar. 

De rol van de leerkracht in deze fase is:

  • Voorbeeldgedrag laten zien.
  • Bij de deur staan, kinderen ontvangen en welkom heten.
  • Rituelen ontwikkelen met elkaar.

Storming

Dit is de fase van krachtmeting. Wie is er de baas in de groep? 

De rol van de leerkracht in deze fase is:

  • Kinderen aanspreken op hun gedrag in de groep.
  • Regelgestuurd werken aan gedrag.
  • Voorwaarden scheppen voor het creëren van een groepssfeer.
  • Voorbeeldgedrag laten zien.

Norming

In deze fase bepaalt de groep hoe we met elkaar om willen gaan. Met name de leider bepaalt wat de normen, waarden en regels zijn.

De rol van de leerkracht in deze fase is:

  • Eigen normen en waarden helder hebben.
  • Kinderen laten meedenken over het omgaan met elkaar.
  • Positieve feedback geven op goed gedrag.
  • Actief overzicht houden op de groep.
  • Gesprekken voeren over de groepssfeer.
  • Regelgestuurd werken aan gedrag.
  • Oefenen/naspelen van (on)gewenst gedrag.

Performing

Na 6 tot 9 weken komt de groep in rustiger water. De onderlinge verhoudingen zijn redelijk in balans. De kinderen weten wat er van hen verwacht wordt, routines slijten in.

De rol van de leerkracht in deze fase is:

  • Begeleider.
  • Reflecteren met de kinderen op de groepsmissie, regels en afspraken.

Adjourning

Als het schooljaar bijna voorbij is, komt de fase van terugblikken en afscheid nemen. 

De rol van de leerkracht in deze fase is:

  • Begeleider.
  • Gesprekken voeren over afscheid nemen en hoe dit vorm te geven.
  • Activiteiten waarbij terugblikken centraal staat.
  • Ritueel van afscheid nemen vorm geven.

Elke groep doorloopt deze fasen. Bij een begeleide groepsvorming zorg je er als leerkracht voor dat de formingsfase tegelijk loopt met de normingsfase. Als dan de stormingsfase aanbreekt, is de basis van regels al gelegd. 

"Bij een goede groepsvorming, komen de normen van de formele leider (de leerkracht) overeen met de normen van de informele leiders." 

Groepssfeer

Groepsvorming kan twee kanten opgaan: er ontstaat een positief klimaat, of een negatief klimaat. 
Kenmerken van een positief klimaat:

  • Positieve sfeer. 
  • Behulpzaam naar elkaar toe.
  • Goede samenwerking.
  • Gezamenlijk problemen oplossen.

Kenmerken van een negatief klimaat:

  • Negatieve sfeer.
  • Veel machtsstrijd.
  • Veel discussie en ruzie.
  • Slechte schoolprestaties.

Niet alle groepen met een negatief klimaat zien er hetzelfde uit. Het kan zijn:

  • Dat de groep bestaat uit los zand. De kinderen zijn dan sterk op zichzelf gericht en niet echt betrokken op elkaar.
  • Dat de groep bestaat uit twee of drie subgroepen, met elk een eigen groepsproces.
  • Dat de groep bestaat uit één hoofdgroep en enkele losse individuen, die de kans lopen om zondebok te worden. 

Groepskarakters

Elke groep heeft zijn eigen karakter. De auteur beschrijft zeven soorten groepen:

  • De Ja maar… - groep. In deze groep is veel discussie en onderlinge strijd. De normen van de formele leider komen niet overeen met de normen van de informele leider.
  • De Trotse groep. Deze groep heeft een positief zelfbeeld en een sterke groepsband. Kinderen zijn prestatiegericht. Negatieve eigenschappen zijn onbespreekbaar.
  • De Verdraagzame groep. Er is een grote mate van verdraagzaamheid in de groep.
  • De Hardewerkersgroep. De leerlingen zijn vooral taakgericht. Ze kunnen goed samenwerken.
  • De Onderdrukte groep. In deze groep is de leerkracht een autoritaire leider. De leerlingen worden afhankelijk en onzelfstandig. 
  • De Open en Creatieve groep. In deze groep is een open sfeer en een positieve inzet. De leerkracht is een duidelijke leider en er is een veilig klimaat.
  • De Onveilige groep. In deze groep is geen veilig klimaat. Kinderen zijn teruggetrokken en bang voor elkaar. 

Sociale beïnvloeding

Kinderen in een groep hebben sociale basisbehoeften. Schutz (1973) onderscheidt er drie:

  • Inclusie: erbij willen horen
  • Controle: invloed kunnen uitoefenen
  • Affectie: aardig gevonden worden

Als deze behoeften vervuld zijn, is een kind op zijn gemak. Dan kan hij zijn aandacht richten op andere dingen, zoals: leren. Als deze behoeften niet (h)erkend en ingelost worden, kunnen problemen ontstaan, die een goede groepsontwikkeling belemmeren.

Rollen en posities in de groep

In een groep hebben kinderen verschillende rollen. In een positieve groep zijn dat de volgende rollen:

  • De gezagsdrager(s), die natuurlijk leiderschap laten zien.
  • De sociaal werkers, die behulpzaam en zorgzaam zijn.
  • De organisatoren, die de ideeën van gezagsdragers omzetten in daden.
  • De joker of grappenmaker, die zorgt voor plezier en kan relativeren.
  • De verkenners, die in actie komen als duidelijk is wat de bedoeling is.
  • De volgers, die doen wat van hen gevraagd wordt.
  • De appellant, die moeite heeft met bepaalde dingen. Deze leerling valt vaak op en wordt geholpen door andere leerlingen als dat nodig is.

In een negatieve groep zie je dat kinderen rollen innemen die ze niet leuk vinden. Ook worden niet alle rollen ingenomen. Hoe zien de rollen eruit?

  • De gezagsdrager ontbreekt.
  • De sociaal werkers laten zich niet zien.
  • De organisatoren voeren een machtsstrijd en worden dictators.
  • Soms is de joker (clown) sterk aanwezig, maar de grappen werken niet spanningsverlagend.
  • De volgers worden meelopers. 
  • De appellant wordt vaak de zondebok.

Het onderwaterprogramma van een groep

Als iets niet lekker loopt in een groep, dan is dat een signaal dat er onder water ook nog een programma loopt. In hoofdstuk 6 schrijft Jelly Bijlsma welke krachten daarbij een rol spelen en hoe je hiermee om kunt gaan.

DEEL 2 De RESPECT-aanpak

In dit deel behandelt de auteur de zeven pijlers van groepsvorming:

  • R: Regels, routines en rituelen
  • E: Erbij horen
  • S: Samenwerken en samenspelen
  • P: Persoonlijk meesterschap
  • E: Energie
  • C: Contact en communicatie
  • T: Trainen van vaardigheden

Regels, routines en rituelen
Het is belangrijk om als team een kernwaarden, visie en gedragsregels helder te hebben. Hoe vertaal je die samen met kinderen naar de groep? Dit is de basis van groepsvorming. Hang deze groepsmissie op in de klas. Voer de regie op regels, routines en rituelen, zodat de leeromgeving voorspelbaar wordt. Dit geeft rust. 

Erbij horen
De leerlingen mogen zijn wie ze zijn. Wat de leerkracht betreft, gaat dit over observeren, signaleren en dit proces actief begeleiden. Zorg ervoor dat je de gedachten, gevoelens en het gedrag van kinderen positief beïnvloedt. Maak gebruik van de positieve effecten van sociale imitatie.

Samenwerken en samenspelen
Hierbij hoort het gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Als leerkracht leer je kinderen conflicten oplossen en samenwerken. Door het gebruik van coöperatieve werkvormen kun je kinderen leren samenwerken. Als je dit dagelijks doet, oefen je een positieve invloed uit op de sfeer in de klas. 

Persoonlijk meesterschap
Ken jezelf. Persoonlijk meesterschap heeft alles te maken met zelfkennis, zelfbeeld, zelfvertrouwen, zelfwaardering en zelfdiscipline. Het is belangrijk om je eigen kwaliteiten en valkuilen te kennen. Het is goed om te weten, welk gedrag je laat glimlachen en welk gedrag je irriteert. Weet wat je kernwaarden zijn. Wat vind je belangrijk en hoe geef je dat vorm? Hoe sta je in de wereld? Persoonlijk meesterschap gaat over zelfmanagement, leiding geven aan jezelf. 

Energie
Deze pijler gaat over energie, aandacht en concentratie. Hoe houdt je de energie in de klas zo hoog mogelijk, zodat er maximaal geleerd kan worden? Wat straal je uit? Met behulp van energizers kun je energie opwekken en door concentratieoefeningen versterk je het concentratievermogen.

Contact en communicatie
Dit gaat om het bevorderen van contact en communicatie. Bij communicatie spelen verschillende factoren een rol:

  • De inhoud.
  • De manier en de toon waarop iets gezegd wordt.
  • De reactie die deze toon bij de ander veroorzaakt.
  • Jouw onderwaterprogramma (persoonlijkheid, etc.)
  • Jouw script en (onbewuste) overtuigingen.
  • Je visie op je relatie met de ander.

Op een goede manier communiceren met kinderen heeft een positief effect op hun zelfvertrouwen.

Trainen van sociaal-emotionele vaardigheden
Stuur doelbewust aan op pedagogische doelen en werk planmatig aan sociaal gedrag. Maar hoe doe je dat? Om dit goed te doen, moet je eigen houding kijken. Het is van belang om:

  • Reflectief te zijn
  • Kwetsbaar te durven zijn
  • Onderzoekend te zijn
  • Maximaal betrokken te zijn, met behoud van distantie
  • Goed weten en voelen wat je grenzen zijn
  • Contactgericht zijn

Tijdens het lesgeven neem je verschillende rollen aan. Deze rollen zijn:

  • De gastheer
  • De presentator
  • De didacticus
  • De pedagoog
  • De afsluiter

Bij groepsvorming draait het met name om de invulling van de rollen van gastheer, presentator en pedagoog
Nadat je naar jezelf gekeken hebt, is het belangrijk om te weten wat kinderen moeten leren. Steven Pont noemt acht sociaal-emotionele vaardigheden:

  • Zelfbewustzijn
  • Sociaal bewustzijn
  • Zelfmanagement
  • Doelgericht gedrag
  • Relationele vaardigheden
  • Persoonlijke verantwoordelijkheid
  • Besluitvorming/conflictoplossing
  • Optimistisch denken

Je kunt deze vaardigheden versterken met behulp van programma’s voor sociaal-emotionele ontwikkeling, maar het kan ook themagericht.

Tot slot

In deel 3 werkt Jelly Bijlsma de RESPECT-aanpak uit aan de hand van cases. 

In dit boek komen veel interessante theorieën en modellen aan bod. Enkele voorbeelden zijn: de Roos van Leary, Human Dynamics, de transactionele analyse en het kernkwadrant van Daniel Ofman.

Klasse(n)kracht: Met RESPECT voor de klas geeft inzicht in hoe groepsprocessen verlopen. Tussen de tekst staan reflectievragen. Het is een goed leesbaar boek, met veel bruikbare tips. Hierdoor kan het een belangrijke bijdrage leveren aan een positief groepsklimaat.

Bestellen

N.a.v. Bijlsma, Jelly, Klasse(n)kracht: Met RESPECT voor de klas, 2015, Uitgeverij Leuker.nu, 262 blz., ISBN 97809406254-277-8, € 24,95.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Klassenkracht is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.