Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

De cyclus van formatief evalueren in 5 voorbeelden

Gerdineke van Silfhout
Curriculumontwikkelaar Taal bij SLO  

Silfhout, G. van (2021). Een voorbeeld zegt meer dan duizend woorden.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/formatief-evalueren-vijf-voorbeelden.php
Geplaatst op 11 juni 2021
Vijf voorbeelden van formatief evalueren

Dit artikel is geschreven samen met Marijke Veugen. 

Hoe ziet formatief evalueren eruit in de klas? Bij de vakken aardrijkskunde, Nederlands, scheikunde, zorg & welzijn, economie of tekenen? In dit artikel illustreren we de vijf fasen van formatief evalueren (Gulikers & Baartman, 2017) met vijf voorbeelden. Ze inspireren, prikkelen en zetten aan tot denken: wat maakt deze lespraktijk nu formatief? Welke rol heeft de leerling? En hoe wordt leren zichtbaar?

Fase 1: Verwachtingen verhelderen

Fase 2: Leerlingreacties ontlokken en verzamelen

Fase 3: Leerlingreacties analyseren en interpreteren

Fase 5: Vervolgacties ondernemen: onderwijs en leren aanpassen

Fase 4: Communiceren met leerlingen over hun resultaten

Voorbeeld fase 1. Kaarten vergelijken bij aardrijkskunde

Leerlingen werken in drie lessen aan hun kaartvaardigheden door een route op een kaart in te tekenen van huis naar school. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen weten wanneer ze het leerdoel bereikt hebben?
Een leerdoel op het bord is niet genoeg. Alleen een toelichting wat de succescriteria inhouden ook niet. Daarom bekijken leerlingen in de eerste les twee voorbeelduitwerkingen met elkaar.
Ze leggen die naast de besproken succescriteria:

  • De kaart heeft de volgende onderdelen: een titel, een legenda, een noordpijl en een schaal.
  • De kaart is gemaakt met verschillende vlakken, lijnen en symbolen.
  • De kaart is ingekleurd met potlood, waarbij er weinig tot geen witte stukken meer zijn.
  • De schaal van de kaart staat op de kaart, en de berekening ervan staat op de achterkant.

De leerlingen gaan na of de succescriteria aanwezig zijn in de voorbeelden door in tweetallen een korte toelichting per criterium op te schrijven. De leraar laat vervolgens steeds een duo één criterium toelichten en speelt die toelichting door naar een ander duo voor aanvullingen. Ten slotte laat de leraar nog één excellent voorbeeld zien. De leerlingen bespreken in duo’s wat overeenkomsten en verschillen zijn met de eerste twee kaarten: wat maakt deze kaart nog beter, sterker? Of: waar minder sterk? Zo maken leerlingen zich de criteria eigen en met de opgedane kennis maken ze in les 2 en 3 hun eigen kaart, rekenen ze de schaal uit en tekenen de route van huis naar school in.

Voorbeeld fase 2. Chronologisch ordenen met een kaartspel bij geschiedenis

Welke activiteit geeft informatie over het leren en past bij het leerdoel ‘Ik kan gebeurtenissen en ontwikkelingen die van belang zijn voor het onderwerp benoemen en chronologisch ordenen’?

In deze les verdeelt de leraar de klas in tweetallen en geeft hij elk tweetal tien lege kaartjes. De leerlingen schrijven op de voorkant van elk kaartje een gebeurtenis of ontwikkeling die volgens hen voor het onderwerp belangrijk is. Op de achterkant van het kaartje schrijven ze het jaartal van de betreffende gebeurtenis. Duo’s wisselen vervolgens hun kaartjes uit en proberen de kaartjes op basis van de voorzijde in de juiste chronologische volgorde te leggen. Als beide leerlingen het eens zijn met de volgorde mogen de kaartjes worden omgedraaid. De leerlingen kunnen vervolgens zelf controleren of de volgorde de juiste is.

De leraar loopt gedurende deze activiteiten rond en vraagt leerlingen waarom ze een bepaalde gebeurtenis/ontwikkeling belangrijk vinden voor het onderwerp, of ze gebeurtenissen exact dateren of bij benadering, en hoe ze bepalen of er logische chronologische relaties tussen gebeurtenissen zijn.

Voorbeeld fase 3. Een onbewoond eiland met aquarel bij tekenen

Leerlingen maken een verfschets van het gehele landschap. Het uiteindelijke schilderij van dit landschap zal als achtergrond voor hun woonobject/boomhut dienen. Leerlingen aquarelleren en gebruiken twee technieken, namelijk: eerst nat in nat, met veel water en weinig (achtergrond)details. Daarna kan op de voorgrond van het schilderij de aquarelleerverf dikker ofwel dekkend worden opgebracht.

Vervolgens beoordelen ze hun eigen werk aan de hand van de succescriteria in een mini-rubric en bespreken die met een andere leerling (afwisselend in de rol van ‘vraag- en praatmaatje’).

Na het uitwisselen van een gerichte top en tip, noteren leerlingen voor zichzelf waar ze de volgende les aan willen werken en waarom (hier zie je dus ook fase 4 en 5). De leerlingen leggen vervolgens hun werk op de tafels en ontvangen van de leraar een kaartje waarop een van de succescriteria rondom standpunt, ruimtesuggestie, ruimteperspectief en aquareltechnieken geprint is. Ze lopen langs de tafels, bekijken elkaars werk en kiezen een werk waar het betreffende criterium goed is toegepast. Ze fotograferen dat schilderij en plaatsen het in de groepspadlet.

Deze Padlet vormt de opmaat voor de volgende les. De leraar gaat met de leerlingen na waarom bepaalde werken bij bepaalde succescriteria zijn geplaatst. Op die manier worden de criteria weer opgefrist en maken leerlingen via eigen werk kennis met de mogelijkheden en doen ze nieuwe inspiratie op om met hun eigen werk verder te gaan in de volgende les.

Voorbeeld fase 4. Feedback op je valentijnskaart bij Engels

Leerlingen tekenen en schrijven naar aanleiding van Valentijnsdag zelf een Valentine’s Day card. Leerlingen beoordelen elkaars wenskaart.

Voordat ze dat doen, wordt dit eerst voorgedaan door de leraar. Hij neemt een voorbeeld en laat zien hoe je feedback kunt geven en hoe je daar de samen geformuleerde succescriteria en besproken voorbeelden bij gebruikt.

De leerlingen bekijken elkaars eerste versie van de wenskaart in groepjes van vier. Ze geven op elke kaart feedback op alle succescriteria. Ze maken hun kaart af, waarbij ze gebruik maken van de feedback.

Bij de start van de volgende les wordt in groepjes besproken in hoeverre de feedback is gebruikt en of de kaarten beter zijn geworden. Uiteindelijk gaan de leerlingen na welke Valentine’s Day cards volgens hen de beste zijn geworden van de klas en op basis waarvan ze tot die conclusie komen.

Voorbeeld fase 5. Rekenen met vlakke figuren

De leerlingen hebben vijf opgaven gemaakt die de leraar heeft geselecteerd uit de diagnostische toets en die passen bij het leerdoel. Wanneer ze daarmee klaar zijn krijgen ze een blad met uitwerkingen. In duo’s kijken ze hun uitwerkingen na.

Vervolgens bespreekt de leraar klassikaal de vervolgactiviteit: leerlingen geven met een kleur voor elk succescriterium aan hoe goed zij hun opgaven hebben gemaakt. Terwijl de leraar door de klas loopt, krijgen leerlingen de gelegenheid vragen te stellen, bijvoorbeeld als hun antwoord afwijkt van het antwoordmodel. Ten slotte vraagt de leraar de leerlingen na te denken over wat zij nu nog nodig hebben. Op het digibord/via de beamer laat hij een keuze zien:

  1. extra uitleg
  2. extra oefenen
  3. doorgaan met andere opdrachten

Door middel van vingers opsteken (1 vinger = extra uitleg, 2 = extra oefenen enz.) weet de leraar welke leerlingen hij extra uitleg moet geven. Deze leerlingen plaatst hij in een groepje voor extra instructie. De leerlingen die inzien dat ze verbeteringen zelfstandig kunnen maken of door samen te werken met een medeleerling krijgen extra oefenopgaven uit de herhalingsstof (2 vingers). De leerlingen die alle opdrachten goed hebben beantwoord op het formele niveau (3 vingers) gaan aan de slag met verdiepende opgaven uit het boek.

Op de website formatiefevalueren.slo.nl vind je van de beschreven voorbeelden de complete lesbeschrijvingen en materialen, en je vindt er allerlei andere voorbeelden voor po, vmbo, havo en vwo.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.