Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Het pedagogisch klimaat

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2014). Het pedagogisch klimaat.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/pedagogisch-klimaat-artikel.php
Geplaatst op 18 januari 2022
Pedagogisch klimaat

Het pedagogisch klimaat is het geheel van aanwezige en gecreëerde omgevingsfactoren, die invloed hebben op het welbevinden van de leerlingen. En het welbevinden heeft weer invloed op de ontwikkeling en het leervermogen. De leervoorwaarden en de persoonsvorming staan daarbij centraal.

De pedagogische visie en de achterliggende waarden bepalen de manier waarop de leerkracht een pedagogisch klimaat schept. Er zijn diverse factoren die een effect hebben op de ontwikkeling van het kind en het leerklimaat in de groep.

  • De eerste factor is het opdoen van positieve ervaringen.
  • De tweede factor is de mate van welbevinden.
  • De derde factor is het stellen van grenzen.

Deze dingen beïnvloeden het pedagogisch klimaat, dat op zijn beurt invloed heeft op de ontwikkeling van het zelfbeeld en het vermogen tot zelfregulatie. Daarnaast beïnvloeden deze factoren elkaar ook. 

Klassenmanagement

Goed klassenmanagement is een voorwaarde voor het creëren van een positieve sfeer in de klas. Klassenmanagement is de manier waarop een leerkracht een les organiseert en de groep aanstuurt. Het omvat alle maatregelen om een positief klimaat te creëren, zodat de leerlingen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Het gaat hierbij om aspecten als:

  • Regels
  • Klasinrichting: hierbij is structuur erg belangrijk.
  • Methoden en instructie
  • Omgang met de leerlingen

Uit onderzoek blijkt dat goed klassenmanagement kan helpen om gedragsproblemen te voorkomen of te verminderen en hiermee dus het welbevinden en het opdoen van positieve ervaringen van leerlingen te vergroten.

Hoe zorg je voor een veilig klimaat in de klas?

Welbevinden

Kinderen leren optimaal in een omgeving waarin ze zich veilig en geaccepteerd voelen. Een leerkracht moet zo’n omgeving bieden in de schoolklas. Het is niet alleen een leeromgeving, maar net zo goed een leefomgeving. Een basisbehoefte van een kind is dat hij/zij zich veilig voelt. Het is tegelijk een voorwaarde voor de ontwikkeling. De maatschappij waarin wij leven is erg complex en kinderen worden geconfronteerd met heftige informatie: over oorlog, geweld, pedofilie enz. Het is daarom nodig dat de kinderen in een veilige omgeving van deze dingen horen.

Een goede leerkracht-leerling relatie

Een goed pedagogisch klimaat wordt in grote mate bepaald door relaties. Met name de relatie tussen de leerkracht en de leerlingen. Dit vormt zelfs de basis van het klimaat. Een goede leerkracht-leerling relatie kan gedragsproblemen in de klas voorkomen of verminderen. Dit komt doordat de leerling zich beter op zijn gemak voelt en daardoor ook meer gemotiveerd is. In deze relatie is het belangrijk om als leerkracht rekening te houden met de basisbehoeften van het kind. Dit betekent dat je rekening houdt met relatie, autonomie en competentie. Dit houdt onder andere het volgende in:

  • Relatie: de leerling krijgt waardering om wie hij/zij is. Bijvoorbeeld door tijd te nemen voor interactie.
  • Autonomie: de leerling krijgt de zelfstandigheid om taken te verrichten. Bijvoorbeeld door de leerling zelf de keuze te laten maken welke taak hij maakt en hoe.
  • Competentie: de leerling heeft vertrouwen en plezier in eigen kunnen. Bijvoorbeeld door actief beurten te geven aan alle leerlingen.

Daarnaast heeft de leerkracht een voorbeeldfunctie. Het opbouwen van deze relatie begint namelijk bij de leerkracht zelf. Leerkrachten moeten zich ervan bewust zijn dat de relatie tussen zichzelf en een leerling de sociale positie van het kind in de klas kan meebepalen. Als de leerkracht investeert in positieve relaties met de leerlingen, kunnen kinderen het goede voorbeeld overnemen. 

Een goed pedagogisch klimaat

Naast het hebben van een goede leerkracht-leerling relatie zijn de volgende aspecten van belang:

  • De leerkracht moet aandacht hebben voor de kinderen en zich in hun situatie in kunnen leven.
  • De leerkracht moet authentiek zijn en gezag hebben.
  • De leerkracht moet vertrouwen in zijn leerlingen hebben. Hij ondersteunt het zelfvertrouwen van de kinderen, door hen het gevoel te geven dat ze het kunnen.
  • De leerkracht heeft respect voor zijn leerlingen en bevordert het onderlinge respect tussen de kinderen.
  • De leerkracht moet zorgen voor een ordelijke en functionele leeromgeving. Het geeft rust en veiligheid als de kinderen weten waar alles staat en welke functie het heeft.
  • De leerkracht stimuleert de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel bij de kinderen.
  • Er zijn heldere regels, dat schept duidelijkheid. Het beste is als er in de school duidelijke omgangsregels zijn afgesproken.
  • Er is een goede structuur in de groep, dat biedt zekerheid.

Stijlen van leidinggeven

Er zijn drie stijlen van leidinggeven. Elk van deze leiderschapsstijlen heeft een ander effect op de inrichting van het pedagogisch klimaat. Alle drie de stijlen zijn gebaseerd op een ander mensbeeld:

  • De autoritaire stijl. Hierbij houdt de leerkracht graag zelf de touwtjes in handen en krijgen de kinderen niet te veel ruimte. De leerkracht stelt duidelijke grenzen. Een valkuil is de neiging naar indoctrinatie.
  • De laissez-faire stijl. De leerlingen bepalen voor een groot deel zelf wat er gebeurt. De leerkracht laat veel dingen over aan de natuurlijke ontwikkeling van de kinderen. Een valkuil is dat je te weinig verwacht van je eigen invloed en teveel neigt naar afwachten op een ontwikkeling vanuit het kind.
  • De democratische stijl. Hierbij is er ruimte voor de meningen en ideeën van de kinderen, maar leren zij ook van volwassenen.

Stellen van regels

Voor orde in de klas is het nodig dat de kinderen duidelijk weten wat er van hen verwacht wordt. Ook is het belangrijk om incidenten, zoals pesten, te voorkomen. Dit kan tot diep in de volwassenheid invloed hebben. Het is goed om samen regels te ontwikkelen, die je als klas belangrijk vindt. Door dit te beperken tot een aantal basisregels, kan de leerkracht voorkomen dat er een regelcultuur ontstaat. De meeste ordeverstoringen en conflicten zijn terug te leiden tot de volgende vier oorzaken:

  • Kinderen zitten aan elkaars lichaam en spullen.
  • Kinderen gaan onzorgvuldig om met spullen van school en anderen.
  • Kinderen pesten en schelden.
  • Kinderen verstoren het leerproces.

Het is daarom goed om de schoolafspraken te maken die gebaseerd zijn op deze vier oorzaken. De regels kunnen dan als volgt zijn:

  • Je blijft met je handen af van elkaars lichaam en spullen.
  • Je bent voorzichtig met de spullen van jezelf en anderen.
  • Je stoort niet met woorden en ook niet met je gedrag.
  • Je stoort niemand in zijn werk tijdens de les.

Die regels moeten natuurlijk goed gehandhaafd worden. Dit kan het beste door middel van korte, gerichte interventies. Het is natuurlijk nog beter om zulke situaties te voorkomen. Belonen en straffen kan daarbij helpen.

Belonen en straffen

De beste manier van belonen en straffen is een bemoedigende, strafarme benadering. Een beloning hoeft niet iets tastbaars te zijn, maar kan ook het opsteken van een duim zijn, of een knipoog of schouderklopje. Het toepassen van een beloningssysteem moet zoveel mogelijk vermeden worden, want het leidt vaak tot berekenend gedrag. Het kan wel ingezet worden bij een leerling met gedragsproblemen.

Als het goed is, is straffen gericht op het ontwikkelen van moreel besef, zodat het kind tot het inzicht komt wat goed is. De straf heeft als doel om het gedrag van het kind te verbeteren. Het is belangrijk om die verbetering ook te benoemen en niet alleen te constateren en te corrigeren.
Straf zorgt vaak voor een spanning in de relatie tussen de leerkracht en de leerling. Soms kan dat niet anders, maar het is nodig dat die relatie herstelt wordt. Geef eerlijk aan dat jij het ook niet leuk vindt om te straffen. Tips bij het straffen:

  • Blijf kalm en beheerst.
  • Geef de straf direct na de overtreding en vertel hoe lang het duurt.
  • Zeg duidelijk waarom je straf en welke regel er overtreden is.
  • Straf in verhouding met de overtreding.
  • Maak een afspraak over het gesprek dat je gaat voeren en heb oog voor het herstel van de relatie met de leerling.

Pedagogische doelen verwoorden naar ouders

Bij de opvoeding in en buiten de school zijn ouders, school en leerkracht betrokken. Ieder heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid. Ouders moeten weten welke pedagogische doelen de school heeft en welke normen en waarden voor de leerkrachten richtinggevend zijn in de omgang met de leerlingen. Dit is belangrijk voor hen, want zij zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding, al hebben ze een deel van deze opvoedingsverantwoordelijkheid overgedragen aan school.

Het is goed om de verschillende verwachtingspatronen op elkaar af te stemmen, want dit voorkomt misverstanden. Deze pedagogische doelen, normen en waarden komen tot uiting in de school- en klassenregels. Een schoolteam moet nadenken over de waarden en normen die de leerkrachten in school hanteren.

Literatuur

Alkema, E. e.a. (2011) Meer dan onderwijs, Assen: Uitgeverij Van Gorcum.

Meer, B. van der (2002), Pesten op school. Assen: Van Gorcum.

Molen, IJ van der (1994) Opvoedingstheorie en opvoedingspraktijk. Een oriëntatie. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Stevens, L. (2002) Zin in leren. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Boeken over Pedagogisch klimaat

 

Pedagogiek in de vingers

Handleiding pedagogisch actief

naar een sterker pedagogisch klimaat : middenmanagement kinderopvang

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.