Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Inzicht in groei: sociaal-emotionele ontwikkeling

Legemaat, M. (2024). Inzicht in groei: sociaal-emotionele ontwikkeling.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/sociaal-emotionele-ontwikkeling-overzicht.php
Geplaatst op 10 september 2024
sociaal-emotionele ontwikkeling overzichtsartikel

Sociaal-emotionele ontwikkeling is het proces waarin kinderen leren hun emoties te begrijpen, reguleren en effectief communiceren, terwijl ze sociale vaardigheden ontwikkelen zoals empathie, samenwerking en relaties opbouwen. Het omvat zowel zelfbewustzijn als de interactie met anderen, en vormt de basis voor gezonde persoonlijke en sociale relaties gedurende het leven.

In dit artikel gaan we in op de volgende onderwerpen:  

1. de elementen waaruit sociaal-emotionele ontwikkeling bestaat; 

2. de ontwikkeling in de loop van de jaren van kind tot jong volwassene;

3. theoretische basis van het denken over sociaal-emotionele ontwikkeling;

4. tips voor het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling voor ouders;

5. de taak van leerkrachten en sociaal-emotionele ontwikkeling;

6. belemmeringen voor een gezonde sociaal emotionele ontwikkeling;

7. ondersteuning en interventie.

Sterke relaties zijn de bouwstenen voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling.

1. Belangrijke elementen

Gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling vormt de basis voor succes in relaties, zowel persoonlijk als professioneel. Er zijn verschillende componenten te onderscheiden in de sociaal-emotionele ontwikkeling:

  • Een belangrijk aspect hiervan is emotionele regulatie, het vermogen om emoties te herkennen, begrijpen en op een gezonde manier te beheersen. Dit helpt kinderen om in stressvolle situaties kalm te blijven en gepast te reageren.
  • Zelfbewustzijn speelt een centrale rol in deze ontwikkeling, omdat kinderen leren hun eigen emoties, gedachten en gedragingen te begrijpen. Dit zelfinzicht stelt hen in staat om zich te verhouden tot anderen en hun eigen plaats in de wereld te begrijpen.
  • Daarnaast is empathie cruciaal, wat verwijst naar het vermogen om zich in te leven in de emoties en ervaringen van anderen. Empathie bevordert compassie en begrip, en helpt kinderen gezonde relaties aan te gaan en te onderhouden.
  • Relaties opbouwen en onderhouden is een ander essentieel onderdeel van sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen leren vertrouwen op anderen, samenwerken en conflicten op een constructieve manier op te lossen.
  • Tenslotte zijn sociale vaardigheden belangrijk voor het effectief navigeren door verschillende sociale situaties. Dit omvat communicatie, samenwerken, delen en het respecteren van anderen. 

2. Ontwikkeling door de levensfasen heen

De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is een complex en geleidelijk proces dat hen helpt om emoties te begrijpen, relaties op te bouwen en effectief in de wereld te functioneren. Het proces begint vanaf de geboorte en verloopt door verschillende fasen, die elk hun eigen uitdagingen en mijlpalen hebben. Hieronder volgt een overzicht van de sociaal-emotionele ontwikkelingsfasen van kinderen van 0 tot 15 jaar.

2.1 Fase 0-1 jaar: Basisvertrouwen en hechting

In de eerste levensfase is de belangrijkste taak voor een baby het ontwikkelen van basisvertrouwen. Volgens Erik Erikson moeten baby's leren dat hun verzorgers betrouwbaar zijn en reageren op hun behoeften. Dit vormt de basis voor hechting, zoals beschreven in de hechtingstheorie van John Bowlby. Een veilige hechting ontstaat wanneer ouders of verzorgers consequent reageren op de signalen van de baby, zoals huilen of lachen, wat het kind leert dat de wereld veilig en voorspelbaar is.

• Emotionele regulatie: In deze fase zijn baby's volledig afhankelijk van hun verzorgers voor troost en het reguleren van hun emoties.

• Sociaal gedrag: Tegen het einde van het eerste jaar beginnen baby's sociale interacties te vertonen zoals lachen, oogcontact maken en reageren op de gezichtsuitdrukkingen van anderen.

2.2. Fase 1-2 jaar: Zelfbewustzijn en separatie-angst

Tussen 1 en 2 jaar beginnen kinderen zich meer bewust te worden van zichzelf en hun relatie tot anderen. Ze ontwikkelen een gevoel van autonomie, maar dit gaat vaak gepaard met separatie-angst wanneer ze van hun primaire verzorgers worden gescheiden. Ze beginnen ook de grenzen van hun onafhankelijkheid te verkennen, wat kan leiden tot uitdagend gedrag, zoals driftbuien.

• Emotionele regulatie: Kinderen van deze leeftijd hebben hulp nodig bij het reguleren van hun emoties, maar beginnen ook enkele basisstrategieën te ontwikkelen, zoals troost zoeken bij een verzorger.

• Sociaal gedrag: Ze beginnen met het imiteren van anderen en ontwikkelen de basis voor empathie, waarbij ze de emoties van anderen kunnen herkennen en daarop reageren.

Kinderen leren emoties begrijpen door ze te ervaren én te benoemen.

2.3. Fase 2-4 jaar: Zelfregulatie en sociaal bewustzijn

In de peuter- en kleuterfase beginnen kinderen steeds meer zelfregulatie te ontwikkelen. Ze leren basisregels over sociaal gedrag, zoals delen, wachten en samenwerken met anderen. Dit is ook de fase waarin kinderen egocentrisch zijn, wat betekent dat ze de wereld voornamelijk vanuit hun eigen perspectief zien.

• Emotionele regulatie: Kinderen leren hun emoties beter onder controle te houden, maar kunnen nog steeds moeite hebben met frustratie en woede.

• Sociaal gedrag: Dit is de leeftijd waarop kinderen beginnen te spelen met anderen in plaats van alleen naast anderen te spelen. Ze leren ook basisvaardigheden zoals beurtelings iets doen en simpele samenwerkingsspelletjes.

2.4. Fase 4-6 jaar: Emotioneel begrip en vriendjes maken

Tussen 4 en 6 jaar beginnen kinderen complexe emoties te begrijpen, zoals schaamte, trots en schuldgevoelens. Ze kunnen nu de emoties van anderen beter inschatten en beginnen met het aangaan van vriendschappen. Hun speelgedrag wordt meer gericht op samenwerking, en ze leren regels en sociale normen te volgen in groepsactiviteiten, zoals in een schoolomgeving.

• Emotionele regulatie: Kinderen van deze leeftijd beginnen strategieën te ontwikkelen om emoties te reguleren, zoals zichzelf geruststellen of hulp zoeken bij een volwassene.

• Sociaal gedrag: Vriendschappen worden steeds belangrijker. Kinderen beginnen anderen te kiezen om mee te spelen en ontwikkelen voorkeuren voor bepaalde speelkameraadjes.

Veiligheid en vertrouwen vormen de basis waarop kinderen hun sociaal-emotionele vaardigheden bouwen.

2.5. Fase 6-8 jaar: Sociale rollen en empathie

In deze fase beginnen kinderen hun sociale rollen beter te begrijpen. Ze worden zich bewust van groepsdynamieken en sociale status binnen een groep. Empathie ontwikkelt zich verder, en ze kunnen zich steeds beter verplaatsen in de gevoelens en perspectieven van anderen. Conflictoplossing wordt belangrijker, en ze leren omgaan met frustraties in sociale situaties.

• Emotionele regulatie: Kinderen worden beter in het beheersen van hun emoties, maar hebben nog steeds hulp nodig bij het omgaan met complexe emoties zoals verdriet of boosheid.

• Sociaal gedrag: Vriendschappen worden hechter en kinderen beginnen meer langdurige banden te ontwikkelen met leeftijdsgenoten. Sociale vergelijking wordt belangrijk, wat kan leiden tot gevoelens van jaloezie of trots.

2.6 Fase 8-10 jaar: Zelfwaardering en sociale vergelijking

Tussen 8 en 10 jaar beginnen kinderen hun zelfbeeld verder te ontwikkelen door sociale vergelijking. Ze vergelijken zichzelf steeds meer met anderen op basis van vaardigheden, uiterlijk en prestaties. Dit kan leiden tot een gevoel van trots, maar ook tot onzekerheid. Deze periode wordt gekenmerkt door het ontwikkelen van zelfwaardering op basis van feedback van anderen, vooral leeftijdsgenoten en leerkrachten.

• Emotionele regulatie: Kinderen worden zelfstandiger in het reguleren van hun emoties, hoewel ze nog steeds ondersteuning nodig hebben bij uitdagingen zoals falen of afwijzing.

• Sociaal gedrag: Groepsdruk en het verlangen om erbij te horen worden sterker. Kinderen ontwikkelen vaak sterkere vriendschapsbanden, maar kunnen ook conflicten ervaren door competitiviteit of uitsluiting.

Emotionele veerkracht helpt kinderen om met tegenslagen om te gaan en zich sociaal te ontwikkelen.

2.7.Fase 10-12 jaar: Complexe vriendschappen en identiteitsvorming

Kinderen in de late basisschoolleeftijd beginnen complexe vriendschappen te vormen die gebaseerd zijn op wederzijds vertrouwen en gedeelde interesses. Ze ontwikkelen een sterker gevoel van identiteit en beginnen te experimenteren met verschillende sociale rollen. Vriendschappen worden belangrijker voor het zelfbeeld en kinderen beginnen steeds meer onafhankelijkheid te tonen ten opzichte van hun ouders.

• Emotionele regulatie: Kinderen worden steeds beter in het begrijpen en beheersen van hun emoties. Ze kunnen reflecteren op hun emoties en de oorzaken ervan.

• Sociaal gedrag: Vriendschappen worden intiemer en kinderen hechten meer belang aan wederzijdse steun en loyaliteit. Groepsdruk en de wens om erbij te horen kunnen leiden tot experimenteren met gedrag.

2.8.Fase 12-15 jaar: Identiteitsontwikkeling en sociale complexiteit

De adolescentie is een fase van intense identiteitsontwikkeling. Jongeren beginnen vragen te stellen over wie ze zijn en welke waarden ze belangrijk vinden. Ze worden meer beïnvloed door leeftijdsgenoten dan door hun ouders, en vriendschappen en sociale relaties spelen een centrale rol in hun leven. Conflicten met ouders over onafhankelijkheid en grenzen zijn vaak aanwezig.

• Emotionele regulatie: Hoewel adolescenten steeds beter in staat zijn om hun emoties te beheersen, kunnen hormonale veranderingen leiden tot stemmingswisselingen en verhoogde emotionele intensiteit.

• Sociaal gedrag: Sociale netwerken worden complexer, en vriendschappen worden vaak diepgaander en emotioneler. Relaties met leeftijdsgenoten, zowel vriendschappelijk als romantisch, hebben een grote invloed op het zelfbeeld en de emotionele gezondheid van adolescenten.

3. Belangrijke theoretische kaders

Erik Erikson is een van de meest invloedrijke denkers op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, maar hij is niet de enige. Andere denkers zoals Piaget, Bowlby, Vygotsky, Bandura en Goleman hebben ook waardevolle bijdragen geleverd, elk met een andere invalshoek. Terwijl Erikson zich vooral richt op de innerlijke conflicten die mensen op verschillende leeftijden moeten oplossen, leggen andere theorieën meer nadruk op de invloed van sociale interacties, culturele contexten, imitatie, moreel denken of de ontwikkeling van emotionele intelligentie. Samen bieden deze visies een completer beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

3.1. John Bowlby

Bowlby ontwikkelde de hechtingstheorie, waarin hij stelde dat de vroege band tussen een kind en zijn verzorgers essentieel is voor de emotionele ontwikkeling. Hechting is volgens Bowlby een biologisch instinct dat kinderen helpt zich veilig en geliefd te voelen. Hij identificeerde verschillende hechtingsstijlen (veilig, vermijdend, angstig, en gedesorganiseerd), die ontstaan op basis van de reactie van de verzorger op de behoeften van het kind. Bowlby betoogde dat een veilige hechtingsrelatie leidt tot een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling en het vermogen om later in het leven gezonde relaties aan te gaan. (Horeweg, 2023)

3.2. Erik Erikson

De fasen van ontwikkeling en hoe sociaal-emotionele uitdagingen in elke fase naar voren komen.Erikson ontwikkelde een psychosociale theorie van ontwikkeling bestaande uit acht stadia, waarvan de eerste vijf betrekking hebben op kinderen. Elk stadium bevat een belangrijk conflict dat opgelost moet worden om verder te ontwikkelen. Voor kinderen zijn vertrouwen versus wantrouwen en autonomie versus schaamte cruciaal voor de vorming van een positief zelfbeeld en gezonde sociale interacties. Erikson geloofde dat deze stadia voortbouwen op elkaar, en dat succes in elk stadium leidt tot een sterke basis voor emotionele en sociale veerkracht.

3.3. Lev Vygotsky

Vygotsky legde de nadruk op sociale interactie als de kern van alle leren, inclusief emotionele ontwikkeling. Hij introduceerde het idee van de “zone van naaste ontwikkeling” (ZPD), waarbinnen kinderen het beste leren wanneer ze worden ondersteund door volwassenen of meer bekwame leeftijdsgenoten. Volgens Vygotsky speelt taal een belangrijke rol in het reguleren van emoties en het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Door communicatie met anderen leren kinderen hoe ze hun emoties kunnen uiten en reguleren.

3.4. Jean Piaget

Piaget stond bekend om zijn theorie over cognitieve ontwikkeling, maar hij erkende ook de rol van sociaal-emotionele groei in de ontwikkeling van het kind. Hij stelde dat kinderen door verschillende stadia van ontwikkeling gaan, waarin ze leren omgaan met de wereld en met sociale relaties. Piaget benadrukte dat kinderen actief hun begrip van de wereld construeren door interactie met anderen, wat hen helpt hun emoties te begrijpen en sociale vaardigheden te ontwikkelen.

3.5. Daniel Goleman

Goleman introduceerde het concept van emotionele intelligentie, dat verwijst naar het vermogen om emoties bij zichzelf en anderen te herkennen, te begrijpen en te reguleren. Hij stelde dat emotionele vaardigheden net zo belangrijk, zo niet belangrijker zijn dan cognitieve vaardigheden voor succes in het leven. Emotionele intelligentie omvat vaardigheden zoals zelfbewustzijn, zelfregulatie, empathie en sociale vaardigheden. Goleman’s werk benadrukt hoe deze vaardigheden vanaf jonge leeftijd kunnen worden ontwikkeld en hoe ze van invloed zijn op sociaal-emotionele gezondheid en relaties. 

3.6. Albert Bandura 

Bandura’s sociaal leertheorie stelt dat kinderen sociaal gedrag ontwikkelen door observatie en imitatie van anderen. Hij benadrukt de rol van modeling en de omgeving in sociaal-emotioneel leren. Zelfeffectiviteit (het geloof in eigen kunnen) speelt een centrale rol in zijn theorie: kinderen leren door het observeren van de gevolgen van het gedrag van anderen.

3.7. Carol Gilligan

Carol Gilligan bekritiseerde vooral de theorie van Kohlberg omdat deze een meer mannelijke kijk op moraliteit benadrukte, waarin rechtvaardigheid en autonomie centraal staan. Gilligan stelde dat vrouwen een zorgperspectief op morele ontwikkeling hebben, waarin relaties en verantwoordelijkheid voor anderen belangrijker zijn. Dit zorgperspectief is volgens haar ook van elementair belang in de sociaal-emotionele ontwikkeling.

3.8. Maslow

Maslow’s theorie van de hiërarchie van behoeften stelt dat mensen basisbehoeften (zoals veiligheid en fysiologische behoeften) moeten vervullen voordat ze hogere niveaus van behoeftebevrediging (zoals liefde, zelfwaardering en zelfactualisatie) kunnen bereiken. Sociaal-emotionele ontwikkeling valt binnen zijn derde niveau, de behoefte aan liefde en verbondenheid.

4. De taak van ouders in de sociaal emotionele ontwikkeling

Ouders spelen een belangrijke rol in de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kinderen. Door een veilige en liefdevolle omgeving te bieden, leggen ze de basis voor een gezonde emotionele ontwikkeling. Ouders helpen kinderen hun emoties te begrijpen, te reguleren en positieve sociale vaardigheden te ontwikkelen zoals empathie, communicatie en conflictoplossing. Ze dienen als rolmodellen voor hun kinderen door zelf effectief met emoties om te gaan en door sociale interacties voor te doen. Daarnaast ondersteunen ze de ontwikkeling van zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, wat essentieel is voor het aangaan van gezonde relaties en het functioneren in verschillende sociale contexten

  • Bied een veilige en liefdevolle omgeving: Zorg voor een warme, stabiele thuisomgeving waar je kind zich geliefd en begrepen voelt. Dit geeft je kind de basis om emoties te verkennen en relaties op te bouwen met anderen.
  • Help emoties te benoemen: Leer je kind zijn of haar gevoelens te herkennen en te benoemen. Gebruik momenten van verdriet, boosheid of blijdschap als kansen om over emoties te praten, zodat je kind leert begrijpen wat het voelt en waarom.
  • Geef het goede voorbeeld: Kinderen leren door te observeren. Laat zien hoe je op een gezonde manier met emoties omgaat en hoe je sociale vaardigheden zoals empathie, luisteren en samenwerken inzet in relaties.
  • Stel duidelijke grenzen en structuur: Kinderen hebben baat bij voorspelbaarheid en weten wat ze kunnen verwachten. Dit geeft veiligheid en helpt hen om op een gezonde manier met frustraties en emoties om te gaan.
  • Moedig zelfstandigheid en probleemoplossing aan: Geef je kind de ruimte om zelf uitdagingen aan te gaan en oplossingen te bedenken, terwijl je ondersteuning biedt. Dit helpt bij het opbouwen van zelfvertrouwen en emotionele veerkracht.

5. De taak van leerkrachten en andere opvoeders in de sociaal emotionele ontwikkeling

Leerkrachten spelen een belangrijke rol in de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen door een veilige, ondersteunende leeromgeving te creëren. Ze helpen kinderen hun emoties te begrijpen en reguleren, en leren hen sociale vaardigheden zoals samenwerking, communicatie en empathie.

Leerkrachten fungeren als rolmodellen en begeleiden leerlingen in het aangaan van positieve relaties met leeftijdsgenoten.

Door conflictoplossing, feedback en groepsactiviteiten stimuleren ze het ontwikkelen van zelfbewustzijn en verantwoordelijkheid. Bovendien kunnen leerkrachten kinderen ondersteunen bij het verwerken van emoties en bij het leren omgaan met tegenslagen, waardoor ze veerkracht opbouwen en emotioneel sterker worden

  • Creëer een veilige en inclusieve groepssfeer: Zorg ervoor dat iedere leerling zich gezien en gehoord voelt door een veilige en ondersteunende klasomgeving te creëren. Moedig respect en samenwerking tussen leerlingen aan door groepsregels op te stellen die gericht zijn op wederzijds respect.
  • Modelleer sociaal-emotioneel gedrag: Laat in je eigen gedrag zien hoe je met emoties omgaat en hoe je sociale interacties op een gezonde manier vormgeeft. Kinderen leren veel door je voorbeeld, bijvoorbeeld in het tonen van empathie, het oplossen van conflicten en het luisteren naar anderen.
  • Gebruik groepsactiviteiten om samenwerking te bevorderen: Stimuleer samenwerkend leren door groepsopdrachten, projecten en spelletjes die gericht zijn op teamwork. Dit helpt kinderen om sociale vaardigheden te ontwikkelen zoals communicatie, empathie en probleemoplossing.
  • Integreer reflectie in dagelijkse routines: Neem momenten in de dag om stil te staan bij emoties en ervaringen. Dit kan via korte reflectiemomenten, kringgesprekken of schrijfoefeningen waarin kinderen hun gevoelens leren verwoorden.
  • Herken en beloon positief sociaal gedrag: Geef aandacht aan en beloon sociaal-emotioneel gezond gedrag, zoals samenwerken, elkaar helpen en omgaan met frustraties. Positieve bekrachtiging motiveert kinderen om dit gedrag verder te ontwikkelen.

6. Belemmeringen voor een gezonde sociaal emotionele ontwikkeling

Belemmeringen die een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling in de weg staan, kunnen voortkomen uit verschillende factoren, waaronder onveilige hechting, trauma en verwaarlozing, en problemen in de adolescentie.

6.1. Onveilige hechting

Onveilige hechting ontstaat wanneer kinderen in hun vroege jaren inconsistent of negatief reageren op hun zorgverleners, wat leidt tot hechtingsproblemen zoals gedesorganiseerde hechting. Bij gedesorganiseerde hechting ervaart het kind verwarring en angst in plaats van veiligheid en vertrouwen, omdat de verzorger tegelijkertijd een bron van veiligheid en angst kan zijn. Dit kan leiden tot het zogenaamde geen-bodem-syndroom, waarbij het kind nooit een gevoel van innerlijke veiligheid en vervulling ontwikkelt, wat later in het leven kan resulteren in diepe gevoelens van leegte en emotionele instabiliteit. 

6.2 De invloed van trauma

De invloed van trauma en verwaarlozing heeft ook een aanzienlijke impact op de sociaal-emotionele groei van kinderen. Kinderen die te maken hebben gehad met verwaarlozing, mishandeling of andere traumatische ervaringen, kunnen moeite hebben met het opbouwen van gezonde relaties en het reguleren van hun emoties. Trauma kan leiden tot angst, depressie en moeilijkheden in het vertrouwen van anderen, wat hun sociaal-emotionele ontwikkeling belemmert. Deze kinderen kunnen ook uitdagingen ondervinden op school en in sociale situaties

6.3 Problemen in de adolescentie

In de adolescentie worden de sociaal-emotionele uitdagingen complexer door de invloed van groepsdruk, identiteit en zelfbeeld. Jongeren zijn in deze fase bezig met het ontdekken van hun eigen identiteit en kunnen worstelen met een negatief zelfbeeld, vooral wanneer ze zichzelf voortdurend vergelijken met anderen. Groepsdruk kan hen beïnvloeden om zich op een manier te gedragen die niet in lijn is met hun eigen waarden, wat hun zelfvertrouwen en emotionele stabiliteit kan ondermijnen.

Deze (mogelijke) belemmeringen laten zien hoe belangrijk het is om kinderen en jongeren te ondersteunen in hun sociaal-emotionele groei, zodat ze veerkrachtig kunnen worden en gezonde relaties kunnen ontwikkelen.

7. Ondersteuning en interventie

Sociaal-emotioneel leren (SEL) is een educatief proces dat kinderen en jongeren helpt om de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor een gezond sociaal en emotioneel functioneren. Het richt zich op vijf kerncompetenties: zelfbewustzijn, zelfmanagement, sociale bewustwording, relatievaardigheden, en verantwoordelijke besluitvorming. SEL bevordert emotionele regulatie, empathie, effectieve communicatie, en het opbouwen van gezonde relaties. Programma's die SEL integreren, zijn ontworpen om zowel academisch succes als persoonlijk welzijn te verbeteren, terwijl ze leerlingen helpen om beter om te gaan met sociale uitdagingen en conflicten.

SEL wordt vaak toegepast in scholen om een positieve leeromgeving te creëren.

Verschillende schoolprogramma's zijn gericht op het bevorderen van sociaal-emotionele vaardigheden en worden wereldwijd met succes toegepast. 

Wanneer kinderen trauma of ernstige emotionele uitdagingen hebben meegemaakt, kunnen reguliere sociaal-emotionele leerprogramma’s niet altijd voldoende zijn. In deze gevallen zijn therapeutische interventies zoals cognitieve gedragstherapie (CGT) en traumatherapie belangrijke aanvullende hulpmiddelen.

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT) richt zich op het veranderen van negatieve denkpatronen en gedragingen die de emotionele ontwikkeling belemmeren. CGT leert kinderen en jongeren hoe ze emoties zoals angst, boosheid of onzekerheid kunnen herkennen en aanpakken door hun gedachten te herstructureren. Dit helpt hen om meer controle te krijgen over hun emoties, wat de basis vormt voor een gezondere sociaal-emotionele groei.
  • Traumatherapie, zoals EMDR of traumagerichte CGT, is gericht op de verwerking van traumatische gebeurtenissen die de emotionele ontwikkeling verstoren. Door deze ervaringen te verwerken, kunnen kinderen beter omgaan met hun emoties en sociale relaties herstellen. Dit ondersteunt hun vermogen om te groeien in zelfbewustzijn, zelfmanagement en sociale vaardigheden, belangrijke doelen van sociaal-emotionele ontwikkeling.

8. Literatuur en bronnen

Kees van Overveld (2024) SEL - Sociaal emotioneel leren als basis

Kees van Overveld (2019) Gedragsoplossingen voor de moeilijke groep

Daniel Goleman, (1998), Emotionele intelligentie in de praktijk

Daniel Goleman, (1996), Emotionele intelligentie - emoties als sleutel tot succes

Evert Scholte (2017) Handboek sociaal-emotionele vaardigheden - Basisvaardigheden van jeugdigen om gedrags- en leerproblemen te voorkomen en te verminderen, Handboek-sociaal-emotionele-vaardigheden

Walter Matthys (2019) Diagnostiek en behandeling van gedragsproblemen bij kinderen.

Walter Matthys & Christine Boersma, (2017) Gedragsproblemen bij kinderen

Walter Matthys & Christine Boersma, (2018), Brutaal, boos of agressief gedrag op school

Anton Horeweg, (2023), Kinderen met hechtingsproblemen in de klas

Leraar 24 Hoe verloopt de sociaal emotionele ontwikkeling op de basisschool

Slo sociaal-emotionele-ontwikkeling

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.