Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Hoogbegaafdheid

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2014). Hoogbegaafdheid.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/kenmerken-hoogbegaafdheid.php
Geplaatst op 4 februari 2022
Hoogbegaafdheid

Kenmerken (hoog)begaafdheid

Wat is begaafdheid? Die vraag heeft al velen bezig gehouden. Een eenvoudig antwoord is er niet. Door de vele discussie rondom begaafdheid, bestaan er meer dan honderd definities. Geen enkele is alles omvattend. Waar experts het over eens zijn: het is te simpel om te zeggen dat het gaat om een IQ-score boven de 130. Naast intelligentie spelen ook andere factoren een rol, zoals creativiteit en motivatie.

Lange tijd keek men vooral naar eigenschappen binnen het individu. Begaafdheid werd gezien als een aangeboren, statisch gegeven. Eens getest, voor altijd begaafd. De laatste decennia is er meer oog voor dat begaafdheid dynamisch is. 

Het gaat niet enkel om de kenmerken van het individu, maar om de interactie tussen het individu en zijn omgeving. De sociale omgeving heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de hoogbegaafde, zowel in positief als in negatief opzicht. De drie belangrijkste sociale omgevingen zijn school, ontwikkelingsgelijken en het gezin.

Als het gaat om kenmerken van hoogbegaafden, dan is er onderscheid tussen leervermogen en gedrag.

Leervermogen

Kenmerken met betrekking tot het leervermogen zijn:

  • Hoge intelligentie.
  • Snel van begrip. Ze hebben een hoog leertempo en kunnen grote denk- en leerstappen  maken.
  • Grote algemene interesses. Ze kunnen verworven kennis goed toepassen
  • Goed geheugen.
  • Groot analytisch inzicht en probleemoplossend vermogen.
  • Creativiteit en originaliteit. Ze kunnen buiten kaders denken.
  • Taalvaardig (bij een hoge verbale intelligentie).

Persoonskenmerken

Kenmerkend zijn:

  • Geestelijk vroegrijp (of wekken de indruk daarvan).
  • Sterk rechtvaardigheidsgevoel.
  • Perfectionistische instelling.
  • In staat tot zelfreflectie.
  • Zoekt ontwikkelingsgelijken in oudere kinderen.
  • Accepteert regels en tradities niet klakkeloos, maar bevraagt ze.
  • Grote behoefte aan autonomie.

Intelligentie

De Amerikaanse onderzoeker Robert Sternberg1 onderscheidt drie aspecten van intelligentie: 

  • De analytische vaardigheden, de schoolvakken. 
  • De creatieve vaardigheden, de intrinsieke motivatie, flexibiliteit bij het verwerken van een problemen, ongewone oplossingen bedenken en nieuwe verbanden leggen.
  • De praktische vaardigheden, het denken op gang brengen, inzicht in zwakke en sterke kanten van jezelf en anderen, samenwerken en effectief werken. 

Om succesvol intelligent te zijn, moeten die vermogens alle drie gebruikt worden. Het is goed als begaafden zich bewust zijn van de sterke en zwakke punten, want dan kunnen ze de sterke kanten inzetten en de zwakke kanten ontwikkelen. 

Interessant artikel over de kenmerken van hoogbegaafdheid

Begaafden denken en leren anders. Het is van belang om het onderwijs daarop aan te sluiten. Er zijn vijf manieren van denken die kenmerkend zijn voor begaafden:

  • Topdown thinking: denken vanuit het grote geheel.
  • Deep level learning: veel meer de diepte ingaan.
  • Lateral thinking: problemen creatief benaderen en vanuit verschillende kanten oplossen.
  • Visual thinking: beelddenken.
  • Caring thinking: veel meer denken vanuit het hart en de persoonlijkheid.

Denken van hoogbegaafden - Topdown thinking - deep level - lateral - visual - caring

Met toestemming overgenomen van Sonja Morbé, www.specialisthoogbegaafdheid.nl 

Hoogsensitiviteit

Intensiteit, gevoeligheid, concentratie en volharding zijn komen veel voor bij begaafdheid. De theorie van de Poolse psychiater Dabrowski2 heeft geleid tot beter begrip van de intensiteit bij begaafden. Zijn theorie stelt dat de overprikkelbaarheid op één of meer van de volgende vijf gebieden kan voorkomen:

  • Intellectueel gebied. Dit kenmerkt zich door een grote nieuwsgierigheid, concentratie en het stellen van diepgaande vragen. Zóveel vragen, dat dit voor volwassenen erg vermoeiend kan zijn.
  • Op het gebied van de verbeeldingskracht. Dit kenmerkt zich door fantasiespel en dagdromen.
  • Emotioneel gebied. Dit kenmerkt zich door extreme en complexe emoties en intense gevoelens.
  • Psychomotorisch gebied. Dit kenmerkt zich door vurig enthousiasme en intense fysieke activiteit. Als ze emotioneel gespannen zijn, kunnen ze erg druk gaan praten of dwangmatig handelen. 
  • Zintuiglijk gebied. Dit kenmerkt zich door een extreme gevoeligheid van de zintuigen. 

Dit gedrag kan tot verkeerde diagnoses leiden. Het gedrag behorend bij begaafdheid wordt dan verward met een stoornis. Intellectuele en psychomotorische overprikkelbaarheid kan leiden tot de misdiagnoses ADD/ADHD3. Een veelvoorkomende misdiagnose bij begaafden is autisme. 

Denkluik en zijnsluik

Begaafdheid is meer dan alleen een andere manier van denken, het gaat ook om je 'zijn'. Een model dat oog heeft voor het complete plaatje, is dat van Tessa Kieboom. Zij onderscheidt een denkluik en een zijnsluik.

Model begaafdheid Tessa Kieboom Denkluik Zijnsluik

Zes profielen van begaafde leerlingen

Niet alle begaafden vertonen dezelfde kenmerken. Dé begaafde leerling bestaat niet. Als je kijkt naar de schoolsituatie, onderscheiden George T. Betts and Maureen Neihart7 zes verschillende soorten profielen. In het kort:

  • De zelfsturend autonome leerling. Deze leerling werkt zelfstandig en is sociaal. Hij werkt enthousiast en heeft weinig bevestiging nodig. Hij neemt risico en is creatief.
  • De aangepast succesvolle leerling. Deze leerling behaalt goede prestaties. Hij is perfectionistisch ingesteld en vermijdt risico.
  • De uitdagend creatieve leerling. Deze leerling is creatief en competitief. Hij stelt regels ter discussie en corrigeert de leerkracht. Hij komt op voor eigen opvattingen.
  • De onderduikende leerling. Deze leerling ontkent zijn begaafdheid. Hij is faalangstig en vermijdt uitdaging. Hij zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen.
  • De dubbel bijzondere leerling. Deze leerling laat kenmerken zien van leer en/of gedragsproblemen. Hij heeft sterk uiteenlopende resultaten op onderdelen van een intelligentietest.
  • De risico-leerling (drop-out). Deze leerling is het vertrouwen in zichzelf en school kwijtgeraakt. Hij werkt inconsistent en maakt taken niet af. Het schooluitval neemt toe.

De zelfsturend autonome leerling komt tot bloei, bij de andere vijf komen is de ontwikkeling (nog) niet optimaal.

Onderpresteren

Als begaafde leerlingen structureel te weinig uitdaging krijgen, kunnen ze gaan onderpresteren. Het is van groot belang om dit tijdig te signaleren en te voorkomen. Drs. Eleonoor van Gerven maakt onderscheid tussen relatief en absoluut onderpresteren4.

  • Bij relatief onderpresteren dan zijn de resultaten van de leerling minder dan op grond van zijn vermogen verwacht zou worden, maar dan kan het alsnog op het klassengemiddelde liggen.
  • Bij absoluut onderpresteren zijn de resultaten van de leerling zelfs onder het klassengemiddelde.

Sociaal-emotioneel

Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling van begaafden zijn er veel misverstanden. Veel leerkrachten ervaren hun begaafde leerling als niet erg sociaal. Er kan inderdaad sprake zijn van moeizame communicatie met klasgenoten, maar dat wil niet per definitie zeggen dat de begaafde achterloopt in zijn of haar sociaal-emotionele ontwikkeling. Onderzoek5 wijst uit dat kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong ook op sociaal gebied veelal voorlopen en dat daardoor communicatiemisverstanden kunnen ontstaan. Ze hoeven in principe niet vaker sociale en emotionele problemen te hebben dan andere kinderen, mits er rekening wordt gehouden met hun mogelijkheden.

Risico's

Het is wel zo dat begaafden een risicogroep zijn en dat de mate van begaafdheid gevolgen heeft. Maar problemen mogen niet op voorhand verwacht worden. Specifieke risicogebieden voor hoogbegaafde kinderen zijn de ontwikkeling van vriendschappen, van hun zelfbeeld en van sociale identiteit. Ook de aansluiting met leeftijdgenoten is een risicogebied. Alja de Bruin-Boer en Eleonoor van Gerven (2009)6 noemen verschillende oorzaken waarom het mis kan gaan op sociaal-emotioneel gebied:

  • Ze hebben scheve (te hoge) vriendschapsverwachtingen
  • Ze gebruiken te moeilijke woorden en begrippen
  • Het niveau van spelen ontwikkelt sneller
  • Ze hebben soms andere interesses
  • Ze hebben een hoge mate van aanpassingsgedrag
  • Ze hebben de behoefte om aardig gevonden te worden
  • Ze ervaren gebrek aan cognitieve uitdaging

Kleuters

Kleuters ontwikkelen in sprongen. Daarom spreekt men bij kleuters niet over begaafdheid, maar over een ontwikkelingsvoorsprong. Kleuter zijn is een ontwikkelingsfase. We noemen een kind kleuter, omdat het kenmerken vertoont die bij deze fase horen. Dit betekent dat een kind met een ontwikkelingsvoorsprong eerder kleuter is, vaak ook korter kleuter blijft en daardoor ook eerder het kleuterstadium weer voorbij is. Het is van belang om vroeg te signaleren, want na zes weken gaat de kleuter zich al aanpassen. Bovendien kunnen anders werkhoudingsproblemen, perfectionisme en faalangst ontstaan.


Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong hebben behoefte aan activiteiten met de volgende kenmerken:

  • Open en met kansen om te ontdekken.
  • Complex en grote denksprongen mogelijk maken.
  • Ruimte bieden voor creativiteit.
  • Tegemoetkomen aan de behoefte om te leren lezen, schrijven en rekenen.
  • Bijdragen aan een brede ontwikkeling.


Het spelgedrag van een kleuter met ontwikkelingsvoorsprong is anders dan van de gemiddelde kleuter, want er zijn meer handelingen zichtbaar. Ook hebben ze meer spelthema’s en doen ze een poging tot wederkerig spel. Ze streven al jong naar het niveau van actie en reactie.

Tips voor kiene kleuters

Tips voor het omgaan met kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong:

  • Geef eerlijke en kritische feedback.
  • Zorg voor een hoge zone van naaste ontwikkeling.
  • Laat samenwerken met ontwikkelingsgelijken.
  • Laat hen niet alleen spelen, maar geef ook cognitieve uitdaging.
  • Pas je taalgebruik aan, gebruik volwassen taal.

Compacten en verrijken

Begaafden hebben veel minder herhaling nodig om tot beheersing van de leerstof te komen dan de gemiddelde leerling. Daarom is het goed om de leerstof voor hen te compacten, om verveling te voorkomen. Compacten is het overslaan van overbodige herhalings- en oefenstof. Bij compacten wordt ongeveer 50 – 75 % van de oefenstof geschrapt, en circa 75 – 100% van de herhalingsstof. Hierdoor komt er dagelijks tijd vrij waarin de begaafde kan werken aan verrijkingstaken. Bij verrijking gaat het er niet om dat de leerling meer werk krijgt, maar dat hij werk krijgt met meerwaarde. Verrijking is onder te verdelen in verdieping en verbreding. Verdieping sluit aan op de basisstof en het reguliere curriculum. Verbreding is een uitbreiding van het reguliere curriculum, bijvoorbeeld door een cursus Spaans.

Populaire boeken over hoogbegaafdheid

Noten

Sternberg, R.J. (2002).Succesvolle intelligentie. Hoe praktische en creatieve intelligentie succes bepalen. Lisse: Swets & Zeitlinger.

2 Dabrowski, K. (1964). Positive Desintegration. Little: Brown & Company.

3  Webb, J.T. e.a. (2004). Misdiagnosis and Dual Diagnoses of Gifted Children and Adults. Tucson: Great Potential Press.

Gerven, E. van, (2001). Zicht op hoogbegaafdheid. Utrecht: Lemma

Lehman, E.B. & Erdwins, C.J. (1981). The social and emotional adjustment of young, intellectually gifted children. Gifted Child Quarterly, 25, 3, 134- 137.

Gerven. E. van, e.a. (2009). Handboek Hoogbegaafdheid. Assen: Koninklijke Van Gorcum

7 Betts, G.T. & Neihart, M. (2010). Revised profiles of the gifted and talented. 

Schrijf in voor de nieuwsbrief

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.