Kennisplatform
Let op! Wij-leren.nl heeft een nieuwe vormgeving.

Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren

Arja Kerpel
Redactielid wij-leren.nl l Projectleider bij Wij-spelen.nl  

Kerpel, A. (2019). Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/succesvol-begeleiden-van-hoogbegaafde-kinderen-en-jongeren.php
Geplaatst op 28 mei 2019
Succesvol begeleiden van hoogbegaafden

Welke misverstanden zijn er rond hoogbegaafdheid? Waar worstelen veel begaafde kinderen mee? In het boek Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren gaan Carl D’hondt en Hilde van Rossen hierop in. Zij ontdekten dat hoogbegaafdheid veelal te maken heeft met het vinden van een goede balans tussen twee tegenstrijdige kenmerken. Het hart van het boek gaat over de door hen ontwikkelde balanstheorie.

Het boek is als volgt opgebouwd:

  • Misvattingen en mythes over hoogbegaafdheid
  • Wat is hoogbegaafdheid wel?
  • De balanstheorie van hoogbegaafdheid
  • Bijzondere vraagstukken over de gezinsopvoeding van hoogbegaafden
  • Bijzondere vraagstukken over het onderwijs aan hoogbegaafden

De opvoeding van hoogbegaafde kinderen is fijn begeleidingswerk, waarin nabijheid en afstand, vrijheid en leiding, zelfsturing en support een centrale rol spelen. 

Als opvoeder kan je helpen om de grond vruchtbaar en luchtig te maken, maar planten moet het kind zelf doen. Succesvol opvoeden bestaat erin dat men de sterke wil, de motivatie en de fascinatie voor een vak levendig kan houden en verder kan helpen uitdiepen. Wijze opvoeding staat niet in de frontlijn, maar is altijd aanwezig als rugdekking en krachtbron, waarop het kind zelf een beroep kan doen. 

Hoofdstuk 1 Misvattingen en mythes over hoogbegaafdheid

Wat is hoogbegaafdheid níet? De auteurs starten met een flink aantal mythes. Om er drie te noemen:

  • Mythe 1: Onopvallende leerlingen kunnen niet hoogbegaafd zijn. 
  • Mythe 2: Met een IQ van <130 kun je niet hoogbegaafd worden genoemd.
  • Mythe 3: Veel hoogbegaafde kinderen hebben schijnbaar problemen op het vlak van sociale vaardigheden.

Verder komen het labelen van hoogbegaafd, dubbele diagnoses en Dabrowski’s theorie aan bod.

Hoofdstuk 2 Wat is hoogbegaafdheid wel?

De vraag wat hoogbegaafdheid is; heeft al velen bezig gehouden. Een eenvoudig antwoord is er niet. De auteurs beschrijven de paradigmawissel die momenteel plaatsvindt rond hoogbegaafdheid, ingebed door een stukje historie. Decennialang keek men vooral naar eigenschappen binnen het individu. 

  • Vanaf 1950 werd steeds meer duidelijk dat intelligentie alleen niet doorslaggevend is, maar ook hoe die intelligentie wordt aangewend: het creatief en innovatief inzetten ervan. 
  • Vanaf 1980 kwam er meer aandacht voor de rol van de omgeving. Omgaan met stress, zelfsturing, fascinatie: het speelt allemaal mee.
  • Tot het jaar 2000 werd hoogbegaafdheid gezien als een aangeboren, statisch gegeven. Eens getest, voor altijd hoogbegaafd. Daarna zag men in dat hoogbegaafdheid dynamisch is, met fluctuaties in prestatieniveau. 

Sindsdien wordt hoogbegaafdheid niet zozeer gezocht in kenmerken van het individu, maar in de interactie tussen het individu en zijn omgeving

Kenmerken

De auteurs noemen verschillende kenmerken die hoogbegaafde kinderen in meer of mindere mate hebben.

  • Energie: rusteloze geest, zoekt voortdurend stimulatie op, alles moet snel gaan.
  • Bijzondere taalvaardigheid.
  • Sterke weet- en onderzoeksdrang.
  • Uitgesproken creativiteit.
  • Hoge sensitiviteit.
  • Diepe begeestering en sterke concentratie.
  • Zeer krachtig logisch denkvermogen.
  • Humor. 

Bij al deze kenmerken geven ze ook voor- / nadelen aan en tips voor de begeleiding.

In dit hoofdstuk komen nog meer interessante issues aan bod, onder andere:

Wel of geen speciaal programma?

In wetenschappelijke kringen begint men meer en meer te twijfelen aan vroegere procedures. Bijvoorbeeld: een selectie maken van een groep kinderen, die toegang krijgen tot speciale programma’s. De auteurs schrijven: De praktijk heeft uitgewezen dat – in plaats van een groep kinderen in een rijker leerbad te dompelen – het efficiënter is om de leeromgeving interessant en motiverend te maken voor iedereen. Zo krijgt iedereen de mogelijkheid om de kansen te grijpen die door de omgeving worden geboden. (blz. 46)

Over verrijkingsstof schrijven zij: In principe moet verrijkingsstof beschikbaar zijn voor alle leerlingen die gemotiveerd zijn om ermee te werken. Het is beter dat leerlingen voor wie de leerstof te hoog gegrepen is, zelf tot die conclusie komen in plaats van zich uitgesloten te voelen van iets dat verwachtingen creëert. 

Wel of geen label hoogbegaafdheid?

Een krachtige leeromgeving is het beste alternatief voor het labelen van kinderen. Aan labelen zijn veel risico’s verbonden. Onder andere het risico op:

  • Sociale isolatie
  • Het ontwikkelen van egocentrische attitudes en gedrag
  • Hoge druk van de omgeving
  • Ontwikkeling van een verkeerde mindset
  • Het zichzelf voortdurend en krampachtig willen bewijzen als hoogbegaafde.
  • Een te groot verantwoordelijkheidsbesef in relatie tot de leeftijd.

Als de leeromgeving adequaat inspeelt op de leer- en opvoedingsbehoeften van hoogbegaafde leerlingen dan wordt labelen overbodig. Wat wél nodig is: een handelingsplan waarin de actuele leerbehoeften en bijzondere behoeften aan persoonlijkheidsbegeleiding worden beschreven. 

Hoofdstuk 3 De balanstheorie van hoogbegaafdheid

In de balanstheorie brengen de auteurs de tegenstrijdige eigenschappen van hoogbegaafden in kaart. Het succesvol opvoeden bestaat erin beide tegengestelde eigenschappen te laten uitgroeien tot een gepast evenwicht. Juist de synthese tussen deze (schijnbaar) tegengestelde eigenschappen zorgt voor constructieve energie. Enkele voorbeelden van zulke eigenschappen in de persoon zelf, het onderwijs en de opvoeding, zijn: 

  • Balans tussen zichzelf zijn en conformeren.
  • Balans tussen moed en voorzichtigheid.
  • Balans tussen zorg voor een ander en zichzelf doorzetten.
  • Balans tussen brede ontwikkeling en vroege specialisatie.
  • Balans tussen individuele verrijking en groepsverrijking.
  • Balans tussen vrijheid geven en leiding nemen.

Hoofdstuk 4 is gericht op ouders; wat moet je niet of juist wel doen in de opvoeding van hoogbegaafde kinderen.

Hoofdstuk 5 is gericht op leerkrachten; hierin staan onder andere praktische tips voor in de klas.

Het boek sluit af met zes bijlagen, onder andere over uitstelgedrag, gebrek aan zelfvertrouwen en het verschil tussen perfectionisme en het streven naar excellentie.

Recensie

Het boek Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren is geschreven voor ouders en begeleiders. De auteurs zijn twee experts op dit vakgebied; beiden hebben ruim 30 jaar ervaring. Dat is te merken; ze hebben een heldere visie op hoogbegaafdheid. Het is geschreven voor gevorderden in de thematiek. Dat vind ik persoonlijk erg prettig. Het heeft diepgang. Sommige boeken over hoogbegaafdheid zijn erg oppervlakkig, in andere verdrink je in de modellen. Dat kun je van dit boek niet zeggen. Het kenmerkt zich door de duidelijke structuur. Dat kan wat ‘verknipt’ overkomen, maar ik vind het wel prettig. Als iets bekend is, kun je dan gelijk zien waar het volgende onderwerp komt.

De kern van het boek gaat over de balanstheorie. Daar zitten veel dilemma’s in die hoogbegaafden zullen herkennen; zoals de continue balans tussen jezelf zijn en conformeren. Een aantal schijnbare tegenstellingen kun je gerust breder trekken: ze gelden voor meer dan alleen begaafde kinderen.

Ieder leest een boek met zijn eigen bagage en interesses. Persoonlijk vind ik enkele elementen eruit springen, bijvoorbeeld de beschrijving van de paradigmawissel van intelligentie als statisch gegeven naar dynamische intelligentie. Ook de vraag of hoogbegaafden wel of geen label moeten krijgen, blijft boeiend. 

Wat ik heel verfrissend vind is het gedeelte over een speciaal programma en verrijkingsstof (zie hierboven). Wat zijn de effecten daarvan? Enkele jaren terug stelde ik deze vraag op een congres aan John Hattie; hij gaf hetzelfde aan als hierboven beschreven staat (alinea Wel of geen speciaal programma?). Als leerlingen gemotiveerd zijn om iets te leren, wie zijn wij dan als leerkrachten om te zeggen: Dit is te moeilijk voor je, jij mag niet meedoen! Dit is helaas nog heel vaak de praktijk. 

Als ouder of hoogbegaafdheidsspecialist is het belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over hoogbegaafdheid. Goede vakliteratuur lezen is een mooie manier om scherp te blijven en opgescherpt te worden. Dit boek kan ik aanraden, het snijdt veel interessante aspecten rond hoogbegaafdheid aan.

N.a.v. d'Hondt, C. en Rossen, H. van, Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren (2018) Uitgeverij Garant, 228 blz., ISBN 978 90 441 3593 0, Het boek is te bestellen bij bol.com:

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Bestellen

Het boek Succesvol begeleiden van hoogbegaafden is te bestellen via:



Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.